Misschien heb je het ook al eens voorbij zien komen: mensen die de straat zelf gebruiken om mee te printen. Je drukt patronen van tegels, putdeksels of muren in klei en maakt daar afdrukken van. Het idee is ooit begonnen bij het Duitse collectief Raubdruckerin, die er zelfs tassen en shirts mee bedrukken. Hoe cool is dat?
Ik kon die trend natuurlijk niet aan me voorbij laten gaan. En waar beter om het te proberen dan tijdens mijn vakantie in Bilbao? De stad zit namelijk vol met prachtige patronen – van stoeptegels tot de kleinste details in de architectuur. Alles voelt er zo anders en bijzonder.
En ik kan je vertellen: dit is écht een hele andere manier om een stad te ontdekken. Je loopt niet alleen maar rond met je ogen open, je voelt de stad letterlijk onder je handen. Plus, het is gewoon heel leuk om te doen.
Ik heb een paar van mijn prints op Instagram gedeeld en kreeg meteen allemaal vragen. Dus ik dacht: laat ik hier even alles uitleggen.
Wat heb je nodig?
Gelukkig hoef je er geen halve kunstacademie voor mee te slepen. Een paar simpele dingen zijn genoeg:
-
Plastilina (boetseerklei) – ik gebruikte witte, dat laat de details mooi zien. In Spanje koop je dit overal, maar in Nederland ben ik nog op zoek. Grote kans dat het binnenkort ook in mijn shop belandt.
-
Een schrift met glad papier – liefst met harde kaft, dan kan je makkelijk op straat drukken zonder dat je papier scheurt.
-
Stempelkussens – hiermee geef je je print kleur. Je dept gewoon je klei-stempel in het kussen en hop, afdrukken maar. Ik verkoop ze toevallig zelf (hier) in veel mooie kleuren (en anderen vast ook hoor 😉).
-
Handschoenen – ik had ze niet, maar zou ze wel aanraden. Want ja, de straat is niet altijd zo schoon als je printmateriaal zou willen.
Hoe werkt het?
-
Zoek een mooie textuur: een tegel, putdeksel, muur, je voelt het meteen als je er eentje vindt.
-
Druk de plastilina stevig tegen de structuur zodat het patroon er goed in komt te staan.
-
Dep je klei-stempel in het stempelkussen.
-
Druk ‘m af op je papier.
-
Tadaa! Je hebt je eigen mini-kunstwerkje én een stukje van de stad mee naar huis genomen.
Waarom ik het zo leuk vond
Wat ik er zo tof aan vond, is dat je opeens hele andere dingen gaat zien. Normaal kijk je omhoog naar gebouwen en pleinen, maar nu dwaal je met je ogen over de grond, op zoek naar patronen die je anders nooit zou opvallen. Het maakt je super bewust van de stad.
En eerlijk: de prints zelf zijn gewoon prachtig. Elk stempel voelt als een klein souvenir, maar dan eentje die je zelf hebt gemaakt en nergens anders te koop is.
Dus mocht je binnenkort in een stad zijn – of gewoon in je eigen buurt – pak wat klei en een stempelkussen en probeer het eens. Het is echt een feestje!